Louis Goudsmit wordt geboren op 15 mei 1894 in Groningen als 8e en jongste kind van Abraham Philip Goudsmit (Groningen 1853 – Sobibor 1943) en Henderina Pels (Meppel 1857 – Groningen 1927). Het eerste kindje van dit echtpaar, Regine, is op 11 december 1886 op 4-jarige leeftijd overleden.
Louis verlooft zich in oktober 1918 met Marianna(e) Springer, geboren te Amsterdam op 12 november 1900 als dochter van Gerrit Springer (Amsterdam 1866-Bergen-Belsen 1944) en Betje Hamel (Amsterdam 1869-Amsterdam 1942). Het stel trouwt op 19 augustus 1920.
Louis is in eerste instantie handelsreiziger maar heeft vanaf 1927 zijn eigen bedrijf als agenturen in textielartikelen dat gevestigd is in de St. Lucasstraat 8 te Groningen en is ingeschreven onder KvK nummer 2007037. Het bedrijf en het gezin verhuizen vervolgens in mei 1933 naar de Molenweg 15 te Haren. Op 15 februari 1934 bericht de Gemeente-Politie van Sneek dat kentekennummerbewijs A.10905 op naam staat van Louis wonende te Haren. In 1936 keren Louis en Marianne weer terug naar Groningen en vestigen zich in een kooppand in de J.A. Feithstraat op nummer 26. Op 13 mei 1942 wordt bekendgemaakt in Nieuwsblad van het Noorden dat het bedrijf is opgeheven. Reden hiervoor is dat Louis en het merendeel van zijn gezin zijn weggevoerd.
Louis wordt, net als veel andere mannen, op 10 juli 1942 door de Duitsers opgeroepen om zich te melden voor de werkkampen. Louis komt terecht in werkkamp Balderhaar. Dit werkkamp is gelegen aan de Verlengde Broekdijk, naast de boerderij van Nijeboer, iets buiten Kloosterhaar. Zijn schoonzoon Emanuel Kats zat in Kloosterhaar. Op 3 oktober 1942 wordt het kamp ontruimd en moeten de mannen te voet naar het NS-station in Bergentheim. Hier bevonden zich inmiddels ook de gevangenen uit Kloosterhaar. Via Zwolle is Louis met de andere mannen toen afgevoerd naar Westerbork. Louis is daar zijn vrouw Marianne weer tegengekomen. Marianne is vermoord op 3 december 1942 in Auschwitz, Polen. Louis is vermoord op 3 december 1942 eveneens in Auschwitz. Het pand in de J.A. Feithstraat is definitief verkocht op 30 maart 1943.
Louis en Marianne krijgen 5 kinderen die op 1 na allemaal vermoord zijn tijdens de Shoah. De 3 jongsten zijn:
Abraham geb. Groningen 21 februari 1926, vermoord 10 september 1943 ergens in Polen
Bernard Nico geb. Groningen 22 maart 1932, vermoord 1 december 1942 in Auschwitz
Robert geb. Haren 19 december 1934. Er worden 2 data vermeld in de archieven waarop hij vermoord is in de omgeving van Auschwitz. In het overlijdensregister van 1950 wordt 30 november 1942 als overlijdensdatum aangegeven. In het overlijdensregister van 1951 van In Duitsland en Polen overleden Groningers wordt 3 december 1942 vermeld.
De oudste dochter van Louis en Marianne is Henderina Sarah, geboren Groningen 28 september 1921 (verkoopster). Zij trouwt op 14 november 1942 in Kamp Westerbork met medisch student Emanuel Kats, geboren te Emmen op 27 juli 1918, vermoord in Auschwitz op 8 september 1943. Hij was de zoon van manufacturier Abraham Kats, geboren te Sleen 1887, overleden tijdens de onderduik in Emmen 1943 en de reeds in 1923 overleden Esthella Elisabeth Maurice Minco. De ouders van Henderina Sarah zijn daar nog bij aanwezig. Dit kan opgemaakt worden uit het feit zij de huwelijksakte ondertekend hebben.
Louis en Marianne hebben één zoon die de Shoah weet te overleven. Dit is Gerrit Philip (Gershon) Goudsmit. Hij wordt geboren in Groningen op 5 juni 1923 en overlijdt op 9 april 1989 te Yokneam, Israël. In 1949 doet hij een oproep in het N.I.W. i.v.m. de nalatenschap van zijn vader. In 1951 wordt wederom een oproep geplaats met een verzoek tot informatie omtrent de dood van zijn vader met zijn vrouw als contactpersoon. Het eerste kindje van Gershon en zijn vrouw wordt op 8 augustus 1944 geboren in Bergen-Belsen en wordt vermoord in Tröbitz op 14 mei 1945.
Van het gezin van Louis Goudsmit is ook een JOKOS-dossier (nummer 6797) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk. Uit het JOKOS-dossier is bekend dat er een claim is ingediend voor vergoeding van waardevolle voorwerpen ingeleverd bij de roofbank Lippmann-Rosenthal (L-claim, nummer 4301/17796).
Project: Dit gezin maakt deel uit van het project “Elke naam telt”. Heeft u aanvullende informatie dan wordt het zeer op prijs gesteld indien u die wilt delen en ter beschikking stelt voor het project. U kunt e.e.a. melden per e-mail aan Robert Mulder via info[at]robertmulder.nl.
Geadopteerd door: Regina Philip
Bronnen:
Groninger Archieven
De Joodse gemeenschap in de stad Groningen (E. Schut)
Joods Monument
Joodse werkkampen Balderhaar en Kloosterhaar
Nieuwsblad van het Noorden
Illustraties:
© Collectie Streekmuseum Balderhaar-Kloosterhaar
Nieuwsblad van het Noorden
Laatst bijgewerkt:
07-08-2021