Samuel Woudstra wordt geboren in Noordwolde in de gemeente Weststellingwerf op 13 april 1864 als oudste zoon van de 5 kinderen van winkelier Mozes Jacob Woudstra (Noordwolde 1835 – Ooststellingwerf 1874) en Betje Samuel Lehmans (Amsterdam 1836 – Leek 1932).
Samuel trouwt op 7 mei 1896 in Winschoten met Hendelina Benima geboren in Winschoten op 12 maart 1865 als oudste van de 4 kinderen van Abraham Benima, (Nieuweschans 1836 – Winschoten 1917) en Leentje Engers (Winschoten 1834 – Winschoten 1908). Samuel en Hendelina krijgen 2 kinderen.
Elizabeth wordt geboren in Leek op 25 december 1897. Zij trouwt op 4 maart 1925 met Abraham Samuel van Geuns, geboren op 29 april 1894 in Scheemda. Het stel krijgt 2 dochters; Lina, Scheemda 13 september 1927 en Lena, Scheemda 3 juli 1931. Het hele gezin wordt vermoord in Sobibor op 28 mei 1943.
Abraham wordt geboren in Leek op 26 juni 1900 en trouwt op 19 mei 1938 in Leek met Sophia Henderina Woudstra. Sophia wordt geboren op 16 juni 1904 in Weststellingwerf. Samen krijgen zij een kind dat samen met de moeder de Shoah overleeft. Abraham is minder gelukkig en wordt op 12 augustus 1942 in Auschwitz vermoord.
In het gezin van Samuel Woudstra wordt keurig de hand gehouden aan de joodse geboden. In een door Van Crefeld & Co. uitgegeven jaarboek van 1913-1914 wordt vermeld dat Samuel lid is van de kerkenraad. Daarnaast is Samuel vice-voorzitter van de Studie Vereniging Talmoed Thora. Hij wordt tussen 1910 en 1940 nooit genoemd in activiteiten buiten de kille.
Erg breed heeft het gezin Woudstra het in eerste instantie niet. In 1911 wordt Samuel op de godsdienstschool nog aangemerkt als ‘minvermogend’ wat betekent dat hij het schoolgeld niet kan betalen. Volgens de kohieren van de hoofdelijke omslag van de gemeente Leek is zijn geschatte inkomen in 1913 slechts fl. 50,-.
In 1910 telt Leek maar liefst 12 manufacturenwinkels. Samuel en Hendelina hebben een klein manufacturenwinkeltje dat gevestigd is in Wijk A 129. Er zijn bronnen die aangeven dat het winkeltje gevestigd is op nummer A 149. Mogelijk is het bedrijf nogmaals verhuisd, heeft een hernummering van de straat plaatsgevonden of is er ergens een vergissing gemaakt. In het Nieuwsblad van het Noorden d.d. 17 maart 1931 is in ieder geval de volgende advertentie te vinden m.b.t. de verhuizing naar nummer A 160.
Hendelina zorgt voor de winkel en Samuel verkoopt als reizende marskramer manufacturen. Een uitspraak van Hendelina is; ‘de vrouw bij de haard en de man op het paard’. Niet dat het gezin een paard bezit want Samuel doet zijn werk gewoon te voet. Terwijl steeds meer marskramers klanten verliezen aan winkeliers blijft Samuel volharden in zijn werk als marskramer. Naast het winkeltje hebben Samuel en Hendelina een kleermakerij en verkopen zij ruwe wol. Als de eerste automobielen ten tonele verschijnen in Leek kan bij Woudstra een auto-deken besteld worden.
Wanneer sommige leden van de Joodse gemeenschap om economische redenen uit Leek vertrekken blijft Samuel in Leek wonen en doet daar zijn best zijn situatie te verbeteren. Dit laatste is niet geheel zonder succes want door hard werken is zijn geschatte inkomen volgens de kohieren in 1919 gestegen tot fl. 1.600,- In 1938 neemt hun zoon Abraham het winkeltje van zijn ouders over.
Samuel wordt op 21 januari 1943 op 78-jarige leeftijd vermoord in Auschwitz. Hij wordt herdacht op een gedenkteken in Leek en op een gedenkteken in Noordwolde. Een beschrijving van deze gedenktekens is te vinden op de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.
Hendelina Woudstra-Benima sterft op 9 januari 1943 op 77-jarige leeftijd in kamp Westerbork. Zij is op 11 januari 1943 op de joodse begraafplaats in Assen begraven.
Bronnen:
Alle Drenten
Alle Friezen
Groninger archieven
De joodse gemeenschap in het Groninger Westerkwartier, Peize en Roden (Groningen 1985) blz. 123. 127, 128, 137, 140, 142, 147, 149, 154, 164 en 166
Joods Monument
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Illustraties:
Nieuwsblad van het Noorden
Het Stenen Archief
Laatst bijgewerkt:
04-07-2020