B. van Dam Antiquiteiten

Benjamin van Dam wordt geboren op 19 augustus 1887 en is het vierde kind van Hendrik (Chaïm) van Dam en Marchien van Berg. Van de 7 kinderen die Hendrik en Marchien in totaal krijgen overlijden 4 kinderen op zeer jonge leeftijd.

Op 10 maart 1910 verlooft Benjamin zich met Roossien de Vries, geboren in Oude Pekela op 16 november 1888. Zij is een dochter van koopman Levie de Vries (Leeuwarden, 1847 – Oude Pekela, 1895) en Esther Meijer (Oude Pekela, 1853 – Groningen,1934). Het huwelijk wordt gesloten op 28 juli 1912. Enkele maanden later, op 16 oktober 1912, wordt hun enige kind, Marianne Esther van Dam geboren. Zij trouwt op 7 juli 1941 met kleermaker Jona Elburg (Hilversum, 31 december 1906) die later ook antiquair wordt.

Volgens de huwelijksakte is Benjamin ten tijde van zijn huwelijk met Roossien werkzaam als kleermaker, het adresboek uit 1911-1912 van Groningen meldt eveneens dat hij in die periode, mooi op zijn Frans gezegd, “Tailleur” is. Zijn adres is Molendrift 7, een zijstraatje van de Zuiderbinnensingel.

Adresboek Groningen 1911-1912

Van kleermaker naar antiquair
Waarom Benjamin overgestapt is van het beroep van kleermaker naar antiquair is mij niet bekend. We komen Benjamin in ieder geval tegen in het adresboek van 1914-1915 als antiquair, en in het adresboek van 1920 staat hij vermeld als antiquair en taxateur, beiden geven dan nog als adres Zuiderdiep 80 aan.

De gemeente Groningen begint op 1 januari 1921 met het aanmaken van gezinskaarten. Uit de gezinskaart van Benjamin en Roossien blijkt dat ze op dat moment inmiddels op nummer 68 woonachtig zijn. Het komt in die tijd veel voor dat het woonhuis zich achter de winkel bevindt of anderszins met elkaar verbonden zijn. Registratie van bedrijven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken wordt met ingang van 1921 verplicht. Toch duurt het nog tot 25 oktober 1922 voor Benjamin zich in laat schrijven in het handelsregister. Uit het handelsregisterdossier nummer 4105 blijkt dat het gaat om een bedrijf in antiquiteiten, gevestigd aan het Zuiderdiep 68 met Benjamin van Dam als eigenaar.  Volgens het dossier is het oorspronkelijke vestigingsjaar 1912. 

Artikel 28-7-1937 NvhN Dit laatste wordt bevestigd doordat zij op 28 juli 1937 niet alleen hun 25-jarig huwelijksjubileum herdenken, maar tevens het 25-jarig bestaan van hun winkel. Ter gelegenheid hiervan schenken zij een thee- en koffiekan met melkpot en theebus van de “porcelaine de commande” aan het Groninger Museum zoals blijkt uit een artikeltje in Nieuwsblad van het Noorden.  

De winkel wordt een begrip in de stad, en de zorgvuldig samengestelde collectie trekt liefhebbers van antiek aan uit de hele regio. Zo koopt bijv. het Groninger Museum een ruim 200 jaar oude Japanse vaas bij hem, welke in eerste instantie te zien is in de etalage van de winkel.

Het succes van de onderneming groeit gestaag, en op 1 mei 1938 breidt Benjamin de winkel uit door ook het naastgelegen pand op Gedempte Zuiderdiep 70 aan het bedrijf toe te voegen. Hoewel de gezinskaart als woonadres nummer 68 aan blijft geven, wordt in het adresboek van 1943 aangegeven dat het woonhuis zich op nummer 70 bevindt. Het zaakadres van de winkel wordt in het handelsregister vermeld als Zuiderdiep 68 en 70.

Benjamin adverteert zakelijk gezien slechts een enkele keer in Nieuwsblad van het Noorden. De eerste advertentie die terug te vinden is dateert van 21 maart 1927. Er wordt dan melding gemaakt in een grote advertentie van een boeldag in Hotel Kraaima te Appingedam door notaris G.C. de Lanoy. “Orders voor de veiling worden aangenomen door den Heer B. van Dam te Groningen, Zuiderdiep 68, Tel 2561” kunnen we lezen onderaan de advertentie. De laatste advertentie dateert van 25-11-1937. 

Opheffing van de zaak
Als de oorlog uitbreekt krijgt ook het bedrijf B. van Dam Antiquiteiten te maken met de “Verordening tot verwijdering van joden uit het bedrijfsleven”. Op 12 januari 1943 wordt het bedrijf in handen gegeven van bewindvoerder Omnia Treuhandgesellschaft m.b.H., Bezuidenhout 23, Den Haag.  Met als gevolg dat deze op 6 april van dat jaar opgeheven wordt. Benjamin en zijn vrouw zijn dan al vermoord. Zij komen, zoals de meeste Groninger Joden, begin oktober 1942 in Westerbork terecht vanwaar ze op 6 november 1942 op transport gezet worden naar Auschwitz. Daar worden ze direct na aankomst op 9 november 1942 vermoord.
Hun dochter Marianne en haar man Jona zien kans om onder te duiken in Friesland op de locatie Oudeweg 43, Drachten en overleven de Shoah. Hun zoontje Barend dat geboren wordt in Groningen op 24 mei 1942 komt tragisch genoeg om op 11 februari 1944 in de omgeving van Auschwitz.

Bedrijf nog niet ten einde
Na terugkeer in Groningen wonen Marianne en Jona sinds 7 juli 1945 in de Poelestraat nr. 1. Jona Elburg werpt zich op als bewindvoerder van zijn afwezige schoonvader Benjamin van Dam. Via advocaat en procureur N.J. Polak, dient hij een verzoekschrift in om de liquidatie van het bedrijf B. van Dam Antiquiteiten ongedaan te maken. Bij de Kamer te Groningen van de Afdeling Rechtspraak van den Raad voor het rechtsherstel tegen Omnia Treuhandgesellschaft m.b.H. wordt een zaak aangespannen. Op 28 maart 1947 worden hij zijn advocaat in persoon gehoord terwijl gedaagde Omnia niet verschijnt ondanks oproepen hiertoe. Uit het handelsregister blijkt dat aan het einde van de rechtszaak het vonnis van 16 mei 1947 als volgt luidt:
RECHT DOENDE IN NAAM DER KONINGIN!
Verklaart dat de beschikking van den Commissaris Generaal van Financiën en Economische Zaken d.d. 5 Januari 1943, waarbij de te Groningen gevestigde zaak “B. van Dam” onder bewind werd gesteld met benoeming van de Omnia Treuhandgesellschaft m.b.H. tot bewindvoerder, krachteloos is;
Verklaart nietig de opheffing van voormelde zaak “B. van Dam” door de Omnia Treuhandgesellschaft m.b.H. doet herleven voormelde zaak “B. van Dam” met als eigenaar den afwezige Benjamin van Dam;”

Het boek wordt gesloten
Op 16 juli 1947 wordt Jona door het militaire gezag in de stad Groningen officieel als bewindvoerder van zijn afwezige schoonouders benoemd. Op 25 oktober 1951 trekt Jona zijn benoeming tot bewindvoerder in en wordt het bedrijf niet opnieuw voortgezet. Registratie hiervan in het handelsregister vindt plaats op 24 juni 1953.

De genoemde personen komen voor in de stamboom van de beheerder.


Bronnen:
Arolsen Archives
Delpher
Groninger Archieven
Groninger Dagblad
Nieuwsblad van het Noorden

Illustraties:
Nieuwsblad van het Noorden

Gepubliceerd:
24-11-2024