de straat en haar Joodse bewoners
De Gelkingestraat loopt van de Grote Markt naar het Gedempte Zuiderdiep. Van de straten die aan de zuidzijde van de Grote Markt beginnen is de Gelkingestraat de rustigste. Anders dan de Herestraat en de Oosterstraat is de Gelkingestraat geen hoofdwinkelstraat.
De straat is vernoemd naar de Gelkingers, een zeer invloedrijke familie in de stad in de vroege middeleeuwen. Waarschijnlijk stond het familiehuis van dit geslacht aan de Grote Markt op de hoek van wat nu de Gelkingestraat is.
Het laatste deel van de straat, vanaf de Carolieweg, heet officieel de Kleine Gelkingestraat.
In de Middeleeuwen was de Gelkingestraat een belangrijke handelsroute. Het nabijgelegen Zuiderdiep speelde een rol als vaarroute voor goederen, en handelaren trokken via de Gelkingestraat naar de markten op het centrale plein van de stad. De straat kende een periode van welvaart, en veel van de panden die je vandaag ziet, hebben wortels in deze bloeitijd, al zijn ze door de jaren heen herbouwd en gerenoveerd.
Tot in de jaren zestig van de twintigste eeuw stond de Paterskerk aan de westzijde in de Gelkingestraat. Deze werd in 1962 afgebroken. Aan de westzijde van de straat zijn ook nog drie gangen: de Entensgang bij nummer 27, de Sieboldsgang bij nummer 35, en de Munsterstraat bij nummer 43.
In de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw was de Gelkingestraat een echte uitgaansstraat. Bekende etablissementen waren Heineken’s Quelle, Moulin Rouge en de Flintstone bar. Tegenwoordig is discotheek Kokomo Beach Club, gelegen geheel aan de noordzijde op de hoek met de Grote Markt, een grote publiekstrekker in de straat.
De Joodse bewoners
Sinds begin 1940 waren onderstaande bewoners bekend
Gelkingestraat 13a
Hier woonde koopman Abraham Weinberg (Groningen, 1 maart 1885), met zijn vrouw Lea Ligtenstein (Groningen, 19 januari 1891) en hun zoon Renée Weinberg (Den Haag, 31 augustus 1925). Zij zijn allen vermoord in 19 oktober 1942.
Gelkingestraat 25a
Musicus Georg Kornhauser (Berlijn, 30 april 1906 – Midden-Europa, februari 1943) woonde hier alleen. Behalve zijn beroep is er niets meer over hem bekend.
Gelkingestraat 36a
Hier woonde costumier Benjamin Levit (Groningen, 13 augustus 1904 – Auschtwitz, 29 oktober 1942), met zijn vrouw Mietje Wijnberg (Groningen, 26 juni 1905) en hun kinderen Michiel Benjamin Levit (Groningen, 27 september 1935) en Clara Levit (Groningen, 16 mei 1939). Zijn vrouw en kinderen werden vermoord in Auschwitz op 12 oktober 1942.
Gelkingestraat 39
Hier woonde verkoopster Doortje Marcus (Groningen, 27 april 1895 – Auschwitz, 26 maart 1944). Zij trouwde op 4 maart 1920 met Lazarus Salomons van wie zij scheidde op 6 oktober 1939. De Hongaarse bedrijfsleider Armin Stark woonde ook op dit adres (Budapest, 24 mei 1881 – Auschwitz, 26 maart 1944).
Gelkingestraat 41a
Hier woonden de nichten Judith Frankfort (Meppel, 14 december 1847 – Groningen, 27 november 1941) en Sara Frankfort (Groningen, 21 mei 1871 – Auschwitz, 11 december 1942). Ook op dit adres woonde huishoudster Kato de Leeuw (Oude Pekela, 13 mei 1874 – Auschwitz, 11 december 1942)
Gelkingestraat 48a
Hier woonde agent in brandstoffen Samuel Joël Stibbe (Groningen, 18 maart 1881 – Sobibor, 20 maart 1943) met zijn vrouw Leentje Simmeren (Groningen, 8 september 1879 – Sobibor, 20 maart 1943) en hun kinderen Joël Samuel Stibbe (Groningen, 7 juli 1906 – Extern kommando Bobrek, 31 december 1942), agent in papierwaren en Martha Stibbe (Groningen, 7 maart 1905 – Sobibor, 20 maart 1943), hulp in de huishouding.
Gelkingestraat 60
Hier woonde Boekhandelaar Jacob Klein (Amersfoort, 1 november 1902 – Auschwitz, 31 januari 1943) met zijn vrouw Rika van Dam (Groningen, 14 november 1904 – Auschwitz, 12 oktober 1942). Zijn schoonvader, weduwnaar Hartog van Dam (Groningen, 12 december 1870 – Auschwitz, 12 oktober 1942) woonde bij hen in. Ook een ander, overlevend, gezinslid van Hartog woonde op dit adres. In totaal overleefden 3 kinderen van Hartog de Shoah. Het gezin van Hartog van Dam komt voor in de stamboom van de beheerder.