Vergeet mij niet

Het poesiealbum van de Joodse Jetta Slager

Poesiealbum Jetta Slager. © Collectie SFS
Jetta Slager. © Collectie SFS

Henriëtte Frederika (Jetta) Slager wordt geboren op 11 april 1925 in Winschoten. Ze is de dochter van Louiza Frederika Willemina Bargeboer (Winschoten, 15 januari 1897) en monteur Bernard Slager, (Winschoten, 18 april 1895). Louiza en Bernard trouwen op 18 december 1924 in Winschoten. Op 6 mei 1927 wordt in deze gemeente hun dochter Frederika Naatje geboren. 2 jaar na de geboorte van Jetta. Het gezin woont aan de Liefkensstraat 45 in Winschoten.

Jetta heeft een poesiealbum dat zij waarschijnlijk van een oom en tante gekregen heeft. Pas zes jaar later, in 1938, laat Jetta het poesiealbum actief rondgaan. Het wordt gevuld met gedichten van – vooral Joodse – klasgenootjes uit de hele provincie Groningen.

Uiteraard schrijft ze er zelf ook in:
‘Dit boek behoort aan mij
Zolang ik heb te leven
Henriëtte is mijn naam
Door ouders mij gegeven
Slager is mijn fam
Van ouderlijke stam
Winschoten is de plaats
Waar ik ter wereld kwam.
Op 6 mei 1938, 13 jaar. Winschoten.’

Handschrift van Jetta Slager, 1938.
© Collectie Stichting Folkingestraat Synagoge.
Handschrift van Louiza Slager-Bargeboer, 1938.
© Collectie Stichting Folkingestraat Synagoge.

Plakplaatjes en davidsterren
Haar ouders schrijven gedichtjes, maar ook haar opa en oma, neefjes, nichtjes, vriendinnetjes in Winschoten. In 1940 breekt de oorlog uit. Een jaar later sterft haar vader op 21 oktober 1941. Jetta, haar zusje en moeder, blijven achter in de Liefkensstraat.
Vanaf 1 september 1941 gaat Jetta naar de Joodse ULO in Groningen. Het is vanaf dat moment verboden voor Joodse kinderen om met niet-Joodse kinderen naar school te gaan. Op de Joodse ULO tekenen en schrijven vele klasgenootjes uit de hele provincie Groningen in het album: onder anderen David Simons uit Oude Pekela, Maurits Nieweg uit Delfzijl en Magda Hamburger uit Hoogezand.
Opvallend is dat de gedichtjes – anders dan in 1938/1939 – veel minder nadrukkelijk versierd zijn met plakplaatjes, maar slechts met een getekende davidster zijn verfraaid.

Handschrift van Max de Levie en David Simons uit Oude Pekela.
© Collectie Stichting Folkingestraat Synagoge

’t Is weinig van waarde
Hetgeen ik u bied,
Pluk rozen op aarde
En vergeet mij niet.

Ter herinnering aan
Je schoolvriend
Max de Levie, Oude Pekela 24-3-’42’

Waarschijnlijk is het laatste levensteken van Jetta een briefkaart die zij stuurt op 9 maart 1943. Haar nieuwe adres wordt barak 69 in het doorgangskamp Westerbork. Vlak voor haar deportatie in 1943 naar Westerbork geeft Jetta het album in bewaring bij haar vriendin en plaatsgenote Alie Prak. Jetta komt niet terug. Op 17 maart wordt ze met haar moeder en zusje afgevoerd naar het vernietigingskamp Sobibór. Direct na aankomst zijn ze vermoord. Alie koestert het poesiealbum haar leven lang.

In bewaring voor betere tijden
Ruim vijfenzeventig jaar nadat zij het in bewaring heeft gekregen, is het poesiealbum door haar zoon, Ewald Davelaar uit Zutphen op 21 januari 2021 naar Groningen gebracht. Zijn moeder Alie Davelaar-Prak sprak met haar kinderen vaak over haar herinneringen aan Jetta.
Aan het einde van haar leven besloot Alie dat het poesiealbum naar een museale omgeving moest worden overgebracht zodat iedereen het kan zien. Na haar dood in 2020 besluit haar zoon Ewald contact op te nemen met Stichting Folkingestraat Synagoge en het poesiealbum aan de Stichting te schenken in een passende periode: woensdag 27 januari is de Internationale Herdenkingsdag voor de Holocaust en zondag 31 januari de Nationale Holocaust Herdenking.
Stichting Folkingestraat Synagoge gaat het poesiealbum onderzoeken, voordat het wordt tentoongesteld in de synagoge in Groningen. Vergeet mij niet…


Bronnen:
Dit artikel is gebaseerd op een persbericht van de Stichting Folkingestraat Synagoge
Groninger Archieven

Illustraties:
© Collectie Stichting Folkingestraat Synagoge

Bijgewerkt:
28-01-2021