Max Jacques Roeper, roepnaam Max, wordt geboren op 11 april 1901 in Amsterdam als zoon van diamantsnijder Isaac Aron Marcus Roeper (Amsterdam, 18 augustus 1864 – Amsterdam, 11 december 1937) en Estella Lek (Amsterdam, 29 januari 1880 – Amsterdam, 15 mei 1939).
Max studeert medicijnen in Amsterdam en doet examen op 17 maart 1926. Hij gaat in Groningen wonen aan de Heereweg 110. Daar werkt hij jarenlang als assistent-chirurg op de chirurgische kliniek van het Algemeen Provinciaal, Stads- en Academisch Ziekenhuis. Op 9 mei 1935 trouwt hij in Velzen met de niet-Joodse Louise (Loes) Piekema (Vlissingen, 30 september 1912 – Den Haag, 4 juli 2000). Zij is een dochter van Fredrik Piekema en Jeannette de Wildt.
Na hun huwelijk gaan Max en Loes naar Heereveen waar zij 2 zonen krijgen:
Jacques (Heereveen, 11 juni 1936 – Amsterdam, 25 oktober 1997).
Fredrik roepnaam Frits (Heereveen, 18 mei 1939 – Amsterdam, 10 november 2009).
Verzet en verraad
In Heereveen voert Max een uitgebreide chirurgisch-gynaecologische praktijk in ziekenhuis Tjongerschans. Hij houdt ook praktijk aan huis. Vanwege zijn Joodse afkomst wordt hij in 1941 gedwongen te stoppen met zijn praktijk en verhuist het gezin terug naar Groningen waar ze eerst in een hotel verblijven en later weer op de Heereweg 110 gaan wonen. In Groningen is hij aanvankelijk eerst de “chirurg van de Joden” Hij houdt spreekuur in de praktijk van Mau van der Reis aan de Kraneweg en opereert in het Diaconessenhuis en het RK-ziekenhuis. Max neemt deel aan het artsenverzet in de verzetsgroep MC. Tijdens de bordjesactie in 1943 verwijdert hij ook zijn naam- en praktijkbord naast de deur. Hoewel de Duitsers Joodse artsen inmiddels hebben verboden hun vak uit te oefenen, werkt Max door. Hij wordt echter herkent door een NSB-patiënt en verraden. Max wordt gearresteerd op 19 mei 1943. Loes pleit nog tevergeefs voor de vrijheid van haar man in het Scholtenshuis. Op 10 augustus 1943 is Max vanuit het huis van bewaring in Groningen overgebracht naar kamp Vught waar hij tewerkgesteld wordt als arts. Er zijn meerdere brieven door hem geschreven vanuit het huis van bewaring en vanuit Vught aan zijn echtgenote en zonen. Deze en zijn andere brieven zijn te zien in het Joods Historisch Museum te Amsterdam. Er is ook een briefkaart uit Birkenau bewaard gebleven.
Na de arrestatie van Max brengt Loes hun 2 zonen in veiligheid. Ze duiken kort onder in Frieschepalen bij oud-patiënt boer Jan Drost. Op 15 november 1943 wordt Max van Vught naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd waar hij op 18 januari 1945 overlijdt aan vlektyfus. In de Groninger Archieven zijn 2 overlijdensakten van Max te vinden. Één vermeld als overlijdensdatum 1 februari 1944 en de andere 18 januari 1945.
Loes en de 2 kinderen overleven de Shoah. Loes hertrouwt op 18 mei 1947 in Groningen met Mr. N.J. Polak.
Max Roeper staat vermeld op de “Erelijst van Gevallenen 1940-1945“.
Het Fries Film en Audio archief heeft een familiefilm van Max Roeper en zijn gezin over de periode 1937-1940 met een overzicht van wat er allemaal op de film staat. Deze film is ook terug te vinden via onze mediapagina.
Project: Dit gezin maakt deel uit van het project “Elke naam telt”. Heeft u aanvullende informatie dan wordt het zeer op prijs gesteld indien u die wilt delen en ter beschikking stelt voor het project. U kunt e.e.a. melden per e-mail aan Robert Mulder via info[at]robertmulder.nl.
Geadopteerd door: Allard Roeper
Allard is een zoon van Jacques Roeper
Met dank aan Allard Roeper voor het delen van zijn familiegeschiedenis
Bronnen:
Allard Roeper
Alle Friezen
Arolsen Archives
Groninger Archieven
Robert Mulder
YouTube
Illustraties:
Allard Roeper
Arolsen Archives
Groninger Archieven
Gepubliceerd:
18-02-2022