Mozes Bohemen wordt nog net in de 19e eeuw geboren op 22 oktober 1899 te Groningen. Hij is één van de 4 kinderen van sigarenmaker Joël Bohemen (Groningen, 26 november 1864 – Groningen, 21 november 1931) en Henderika de Groot (Groningen, 30 januari 1862 – Sobibor, 20 maart 1943).
Mozes wordt vertegenwoordiger in Chief Whip-sigaretten. Op 2 maart 1923 verlooft hij zich met Leida Velleman geboren in Groningen op 22 januari 1905. Zij is het enige kind van Samuel Velleman (Groningen, 4 juni 1876 – Auschwitz, 11 december 1942) en Mietje Hoogstraal (Appingedam, 10 januari 1869 – Auschwitz, 11 december 1942). Mozes en Leida trouwen op 23 augustus 1923 in Groningen tegelijkertijd met de zuster van Leida, Klara Velleman en Simon Eijsman.
Na hun huwelijk gaan Mozes en Leida wonen in de Westerhavenstraat nr. 35. Ze wonen daar nog geen jaar en zullen in totaal op 10 verschillende adressen in de stad wonen. Hun laatste adres is Verlengde Feithstraat 19a. Dit adres wordt niet vermeld op hun gezinskaart van de gemeente Groningen.
Mozes en Leida krijgen 2 dochters:
Henderika die Hettij genoemd wordt, geboren op 29 april 1924 in Groningen. Zij wordt naaister en trouwt op 20 augustus 1942 op 18-jarige leeftijd met Salomon Levie (Groningen, 19 september 1918 – Malapane, Polen, 31 juli 1943). Henderika wordt vermoord op 19 oktober 1942 in Auschwitz.
Mirjam (een leerling-kapster), geboren op 24 augustus 1925 en vermoord in Auschwitz op 19 februari 1943. Zij is dan slechts 17 jaar jong.
Mozes wil niet dat zijn joodse afkomst herkend wordt door zijn naam en gaat zich daarom Piet noemen. Wanneer hij hiermee begint is onbekend maar we zien op een advertentie met de aankondiging van zijn verloving in 1923 dat hij zich nog Mozes noemt. Bij de viering van hun 12,5 jarig huwelijk in februari 1936 zien we de naam Piet in de advertentie staan. Dit was dus ruim voor de invasie van de Duitsers. Zou hij aangevoeld hebben dat er donkere tijden op komst waren?
Op 10 juli 1942 wordt na de oproep van de bezetter aan Joodse mannen ook Piet in een trein gestopt. Deze brengt hem naar werkkamp Twilhaar bij Nijverdal. In eerste instantie is het daar nog redelijk en mag hij vrij rondlopen in Nijverdal. Later wordt het regime harder en wordt hij aan het werk gesteld op de woeste heidegrond die later het Jodenbos zou worden genoemd. Op 2 oktober 1942 worden de Joodse mannen uit het kamp onder bewaking van Duitse soldaten lopend over de Grotestraat naar het station van Nijverdal gedreven. Onder het mom van gezinshereniging worden ze naar Westerbork overgebracht. Piet zit daar in de barakken 59 en 55. Op 16-2-1943 is hij gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau waar hij op 31 maart 1943 wordt vermoord.
Zijn vrouw Leida is kort daarvoor samen met haar dochter Mirjam op 19 februari 1943 vermoord in Auschwitz.
Piet en zijn gezin worden kort gememoreerd in een artikel van J.B. Charles in het Algemeen Handelsblad d.d. 4 mei 1960.
Project: Dit gezin maakt deel uit van het project “Elke naam telt”. Heeft u aanvullende informatie dan wordt het zeer op prijs gesteld indien u die wilt delen en ter beschikking stelt voor het project. U kunt e.e.a. melden per e-mail aan Robert Mulder via info[at]robertmulder.nl.
Geadopteerd door: Henk van der Putten
Bronnen:
Alex Alferink en Jan Fikken
Algemeen Handelsblad
Arolsen Archives
Groninger Archieven
Nieuw Israëlitisch Weekblad
Nieuwsblad van het Noorden
Illustraties:
Arolsen Archives
Centraal Blad voor Israëlieten
Groninger Archieven
Nieuw Israëlitisch Nieuwsblad
Nieuwsblad van het Noorden
Gepubliceerd:
27-02-2022