Mozes Gans wordt geboren in Grijpskerk op 12 april 1880. Hij is een zoon van vleeshouwer Abraham Gans (Niezijl gem. Grijpskerk, 17 oktober 1843 – Grijpskerk, 5 december 1921) en Alegonda van Geuns (Ulrum, 16 oktober 1843 – Grijpskerk, 20 februari 1904).
Mozes wordt veehandelaar en trouwt op 5 augustus 1915 in Groningen met Carolina Geertruida Barnstijn geboren in Groningen op 10 februari 1883, dochter van sigarenfabrikant Alexander Barnstijn (Leeuwarden, 5 november 1851 – Groningen, 25 maart 1939) en Jette Hichentlich (Groningen, 4 januari 1854 – Groningen, 9 februari 1893). Het jonge stel gaat in Grijpkerk wonen waar Mozes vandaan komt. Op 26 mei 1916 krijgen zij daar een zoon en noemen hem Alexander.
In 1924 wordt op naam van Mozes en zijn broer David een veehandel geregistreerd als vennootschap onder firma bij de Kamer van Koophandel met de naam Gebroeders D. en M. Gans. Deze vennootschap wordt in 1940 ontbonden en voortgezet op naam van David Gans.
Op 12 mei 1930 verhuist Mozes met zijn gezin naar Groningen waar ze aan de Trompkade 5 gaan wonen. Vervolgens verhuizen ze 24 april 1937 naar de Trompkade 5a.
Op 28 november 1942 komen Mozes en zijn vrouw terecht in Westerbork vanwaar ze op 12 december op transport gezet worden naar Auschwitz waar beiden na aankomst worden vermoord op 15 december 1942. Hun zoon Alexander overleeft de Shoah en wordt bekend als dichter onder de naam Paul Lenda. Hij trouwt, vermoedelijk in 1945, met Mary Ethel Talbot Pimm en krijgt met haar 2 zonen. Alexander overlijdt op 20 maart 1999 in Palamós, Spanje.
Bronnen:
Delpher
Groninger Archieven
Joods Monument
Nederlandse Poëzie Encyclopedie
Nieuwsblad van het Noorden
Illustraties:
Groninger Archieven
Nieuwsblad van het Noorden
Gepubliceerd:
11-10-2021